Kerninterventie: Vaardigheidstraining

met behulp van NiceDay Versie 1.0 - juli 2023

Wat is vaardigheidstraining?

Bij vaardigheidstraining ga je met je cliënt een concreet stappenplan maken om vaardigheden te ontwikkelen of uit te breiden, die in plaats van het niet-helpende gedrag ingezet kunnen worden. Denk hierbij aan huishoudelijke taken of plannings- en organisatievaardigheden.

Wanneer geef je vaardigheidstraining?

Wanneer iemand met ADHD tegen bepaalde problemen aanloopt, is het verstandig om naar gedrag of vaardigheden te kijken dat deze problemen veroorzaakt of in stand houdt. Dat kan in verschillende omgevingen, zoals thuis, op school of op het werk. 

De volgende onderwerpen kunnen relevant zijn voor vaardigheidstraining bij ADHD: 

  1. Zelfoverschatting in geheugen, nauwkeurigheid, controle, taakuitvoering en plannen. Bijvoorbeeld als iemand veel vergeet of kwijtraakt, onzorgvuldig is of moeilijk een agenda kan onderhouden.
  2. Tijdsinschatting. Bijvoorbeeld als iemand structureel te laat is, omdat hij nog taken moet afmaken.
  3. Taak inschatting. Bijvoorbeeld als iemand het moeilijk vindt om te beginnen met studeren of veel uitstelgedrag vertoont.
  4. Opruimen, ordenen, en organiseren. Bijvoorbeeld als iemand zijn huishouden moeilijk kan onderhouden.
  5. Impulsiviteit. Bijvoorbeeld als iemand regelmatig in de problemen komt door impulsieve keuzes.
  6. Frustratietolerantie. Bijvoorbeeld als iemand regelmatig woede-uitbarstingen heeft op werk.

 

Hoe doe je vaardigheidstraining?

Voordat je begint met vaardigheidstraining, ga je eerst onderzoeken welke problemen iemand met ADHD ervaart in zijn of haar (of hun) dagelijks leven. Vraag bijvoorbeeld naar terugkerende problemen of niet-helpend gedrag of deel informatie over veelvoorkomende inschattingsproblemen bij ADHDimpulsiviteit of frustratietolerantie.

Het kan waardevol zijn om eerst te onderzoeken waardoor het huidige gedrag is ontstaan en/of nog steeds bestaat. Vaak heeft iemand er een bepaalde baat bij. Bijvoorbeeld omdat uitstelgedrag op de korte termijn meer rust geeft of omdat iemand verandering lastig vindt. Het kan daarom ook waardevol zijn om te onderzoeken of je bepaalde voordelen kunt laten terugkeren bij het ontwikkelen van vaardigheden. Bijvoorbeeld door te benadrukken dat je ook rust creëert door taken die 5 minuten duren direct te doen in plaats van uit te stellen. Vervolgens benadruk je de negatieve gevolgen en onderzoek je de mogelijke positieve gevolgen van vaardigheidstraining. 

Bij deze vorm van vaardigheidstraining spelen ook niet-helpende gedachten een belangrijke rol. Leg van tevoren goed aan je cliënt uit wat de relatie is tussen gedachten en gedrag en waarom dat onderdeel is van deze interventie. Je kunt het G-schema gebruiken als hulpmiddel, zowel voor het inventariseren van niet-helpende gedachten als het uitdagen en bedenken van alternatieven.
 

Als laatste maak je zo concreet mogelijk wat er geoefend of veranderd gaat worden. Maak duidelijke afspraken en probeer het zo specifiek mogelijk te maken. Plan het bijvoorbeeld in, maak er een nieuwe routine van, monitor of het succesvol is en schaaf het waar nodig bij. Vergeet ook niet om je cliënt aan te moedigen veranderingen vol te houden!

 

Voor succesvolle vaardigheidstraining, gebruik je het volgende stappenplan:

  • Stap 1. Beschrijf de aanleiding om vaardigheidstraining te starten. Wat doet iemand wel of juist niet en welke problemen levert dat op?
  • Stap 2. Bedenk de voordelen van het oude gedrag. Wat levert het iemand op om dit steeds op deze manier te blijven doen?
  • Stap 3. Bedenk welke niet-helpende gedachten het oude gedrag in stand houden. Bijvoorbeeld gedachten als “Ik kan dit niet.” of “Ik heb hier geen tijd voor.”.
  • Stap 4. Beschrijf wat je wilt gaan oefenen of veranderen. Wat moet er gebeuren om een probleem op te lossen of een positieve verandering teweeg te brengen?
  • Stap 5. Wat is de motivatie voor dit nieuwe gedrag? Waarom is het belangrijk om dit te veranderen?
  • Stap 6. Bedenk alternatieven voor de voordelen uit stap 2. Is het mogelijk om dezelfde voordelen op een andere manier te behalen?
  • Stap 7. Ga na welke stappen er nodig zijn om het nieuwe gedrag uit te voeren. Wat heeft je cliënt nodig? Welke vaardigheden moeten ingezet worden? Is er hulp nodig? Wanneer is het succesvol?
  • Stap 8. Maak een concreet en praktisch plan voor het uitvoeren van het nieuwe gedrag. Vergeet ook niet om aan het eind te evalueren. Tip: hanteer SMART-doelen!
  • Stap 9. Bedenk realistische gedachten voor moeilijke momenten. Bijvoorbeeld: "Het valt mee als je er eenmaal aan begint!” of “Hierna kun je iets leuks gaan doen, met meer rust in je hoofd!”.


 

Voorbeeld van een ingevuld stappenplan: 

  • Stap 1. Bijna elke avond laat ik eten bij mij thuis bezorgen. Dit is niet goed voor mijn fysieke en mentale gezondheid. Bovendien kost het me veel geld.
  • Stap 2. Ik doe dit omdat ik aan het eind van de dag gestrest ben en het vaak sneller en makkelijker is om eten te bestellen dan een maaltijd zelf te koken. Vaak vergeet ik ook boodschappen te halen.
  • Stap 3. Ik denk vaak: ''Ik heb hier geen tijd voor'' of ''koken zal me alleen maar meer stress bezorgen''.
  • Stap 4. Ik wil graag gezonde maaltijden voor mezelf gaan koken om na het werk te eten. Om dit te doen, moet ik weten wat ik wil koken, de ingrediënten kopen en 's avonds tijd vrijmaken om te koken. 
  • Stap 5. Zelf koken zal me op de lange termijn veel geld besparen. Dit zal wat financiële stress verlichten. Bovendien zal zelf koken me helpen om gezonder te eten en mijn fysieke en mentale gezondheid te verbeteren. 
  • Stap 6. Ik kan op zondagavond wat tijd nemen om maaltijden te plannen en voor te bereiden, evenals eventuele benodigde ingrediënten te kopen. Dit zal me tijd besparen na het werk. Bovendien kan ik overwegen om grotere porties te maken, zodat ik er meerdere dagen achter elkaar van kan eten in plaats van elke dag te koken.
  • Stap 7. Ik moet tijd maken om te plannen en het koken voorbereiden. Ik moet weten wat ik wil eten, wat ik nodig heb en wanneer ik dit ga voorbereiden. Dit moet ik niet op een druk moment doen. Ik kan eventueel hulp inschakelen van vrienden.
  • Stap 8. Op zondagavond vanaf 17:00 uur reserveer ik twee uur om een maaltijdplan voor de week te maken, naar de lokale supermarkt om de hoek te gaan om de benodigde ingrediënten te kopen en eventuele noodzakelijke voorbereidingen te treffen. Ik zoek eerst online wat ik wil gaan koken en maak vervolgens een boodschappenlijstje, zodat ik niks kan vergeten. Na het werk op maandag en woensdag plan ik voldoende tijd om een maaltijd te koken die genoeg is voor minstens twee avonden. Tijdens het koken zet ik mijn favoriete muziek aan.
  • Stap 9. Gedachten die mij kunnen helpen zijn: “Als je eenmaal begint met koken, vergeet je de stress vanzelf.” of “Als ik klaar ben met koken en iets lekkers en gezonds eet, kan ik trots zijn en daar ook rust in vinden.”.


 

💡 Hoe doe je vaardigheidstraining in NiceDay?

  • Vraag je cliënt om veelvoorkomende problemen of niet-helpend gedrag te registreren in het dagboek. Aanvullend kun je vragen om ook de voordelen van dit gedrag op te schrijven.
  • Vraag je cliënt om gedurende de week te oefenen met het invullen van G-schema's. (Tip: zet een dagelijkse notificatie aan!)
  • Geef als huiswerk mee om motivatie te bedenken voor het ontwikkelen of uitbreiden van vaardigheden en op te schrijven in het dagboek.
  • Geef als huiswerk mee om alternatieve voordelen van het oude gedrag te bedenken en op te schrijven in het dagboek.
  • Plan het oefenen van vaardigheden als (herhalende) activiteit in NiceDay voor je cliënt. Je cliënt kan dan feedback geven over hoe het is gegaan.
  • Maak in NiceDay een lijstje van helpende gedachten, zodat je cliënt die er altijd bij kan pakken.
  • Laat inspirerende of motiverende gedachten terugkomen als reminder door middel van een notificatie.



 

Bronnen

  • Vink, S. (2021). Cognitieve gedragstherapie bij volwassenen met ADHD. Handleiding voor therapeuten. BSL.
  • Vink, S (2021). Los van de chaos. Werkboek voor cliënten. BSL.